Het is zover. Het wetsvoorstel om de gemeenschap van goederen te beperken is op 28 maart (met een kleine meerderheid) aangenomen in de Eerste Kamer. De verwachting is dat deze wetgeving per 1 januari 2018 ingaat.
Hoe is het nu?
Wanneer u op dit moment huwt zonder het opmaken van huwelijkse voorwaarden ontstaat er automatisch een algehele gemeenschap van goederen. Alle vermogens en schulden behoren daarmee tot de goederengemeenschap. Ook vermogen en schulden welke u voor het huwelijk al had. Enige uitzondering hierop zijn de schenkingen en erfenissen die u ontvangt met daarop een zogenaamde uitsluitingsclausule. Als u uit elkaar gaat, verdeelt u de goederengemeenschap en ontvangt u allebei de helft. Dit is een redelijk eenvoudige exercitie.
Wat verandert er?
Met het aangenomen wetsvoorstel blijft het vermogen dat u voor het huwelijk had van uzelf, evenals alle te ontvangen schenkingen en erfenissen. Alleen het voorhuwelijkse vermogen dat u samen bezit, denk hierbij bijvoorbeeld aan een woning, maakt onderdeel uit van de goederengemeenschap, evenals het vermogen dat u tijdens het huwelijk gaat opbouwen.
Tot zover niets spannends. Op de dag dat u trouwt heeft u prima inzicht in het vermogen van u en uw partner. Gaat het mis, dan hoeft u alleen het gemeenschappelijke vermogen te verdelen. Alleen; dat is de theorie. Het wordt lastiger om dit gemeenschappelijke vermogen te bepalen na een aantal jaren.
De praktijk leert dat men het privévermogen gaat investeren in een gezamenlijk vermogen. Bijvoorbeeld door een verbouwing in de gezamenlijke woning. En na 20 jaar is niet meer duidelijk welk vermogen nou precies van uzelf was en welk vermogen gemeenschappelijk. Ik voorspel dat dit veel discussie gaat geven wanneer er sprake is van een scheiding of een overlijden, zoals dit nu ook vaak het geval is bij het zogenaamde periodiek verrekenbeding, wat ongeveer dezelfde werking heeft en de meeste jurisprudentie oplevert.
Daarnaast is het zo dat als u een onderneming bezit voordat u het huwelijk sluit, deze onderneming als privévermogen wordt gezien. Echter geeft de nieuwe wetgeving aan dat er uit deze onderneming een redelijke vergoeding moet komen aan de ondernemer. Met andere woorden: het is niet zo dat u ervoor kunt kiezen om een te laag inkomen uit de onderneming te halen, zodat er waarde in de onderneming wordt opgebouwd wat uiteindelijk bij uw eigen privévermogen blijft horen en wat u bij een scheiding niet hoeft te verdelen.
Wat dan precies die redelijke vergoeding is, daar geeft de wetgever geen duidelijkheid over. Dit zal de jurisprudentie moeten leren.
Ik adviseer vóór het huwelijk goed na te denken over uw wensen en dit vast te leggen in huwelijkse voorwaarden. Op deze manier kunt u zonder zorgen genieten van uw leven en voorkomt u een hoop discussie indien u onverhoopt toch in een scheiding belandt.
Als u meer informatie wilt over de juridische gevolgen van het huwelijk of over elk ander aspect van uw financiële lifestyle planning, bel ons dan op 0174- 24 42 59 of e-mail ons op info@raasveldbennis.nl